Palácio de Mafra

Op bijna een uur ten noorden van Lissabon, ligt het immense barokke Palácio de Mafra. Een uiterst knap staaltje bouwkunst en vakmanschap en een uitstekend voorbeeld van hoe de grote rijkdom die werd behaald in Brazilië en de Verenigde Staten over de balk werd gesmeten. Het paleis, dat in de 18e eeuw werd gebouwd als Franciscijnenklooster door koning João V, was een gift en teken van dankbaarheid voor zijn vrouw koningin Marie Anna van Oostenrijk voor het baren van zijn kinderen. De koning moet veel van zijn vrouw gehouden hebben want het hele complex beslaat ongeveer 38.000 m², met het ongelofelijke aantal van 1200 kamers, meer dan 4700 deuren en ramen en 156 trappen.

Het gebouw huisvestte in eerste instantie 330 fraters, naast een enorme verzameling van ongeveer 40.000 boeken. Het is niet verwonderlijk dat de bouw zich gedurende 13 jaar voortsleepte en werk verschafte aan een heel leger van arbeiders. Uiteindelijk werkten er 45.000 mensen aan mee, plus 7000 politietroepen die werden aangesteld om de orde te handhaven op de bouwplaats. Tijdens het bouwproces stierven 1382 arbeiders. Nobelprijswinnaar voor de literatuur José Saramago verwijst in zijn boek Baltasar and Blimunda naar het paleis. In dit boek wordt het bouwproces en het transport van de reusachtige stenen blokken van de steengroeve naar de bouwplaats beschreven.